Voorbeelden van het gebruik van Zit in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Het zit overal!
Zit Vinnie in de bak voor rijden onder invloed?
Het is ook menselijk om troost te zoeken als je in de problemen zit.
Het zit in m'n ogen.
Zit Winston in een rolstoel?
Je bent niet getrouwd en je zit in de problemen.
Het zit in mijn mond!
Zit Tracy in Mexico?
Heb je enig idee van de moeilijkheden waarin je zit?
Zit Jake in Philadelphia?
De onze probeer ik al te verpesten sinds je hier zit.
Zit William nog in de bibliotheek?
Zit Michael in Jemen?
Zit House in de gevangenis?
Zit Kyle in de andere kamer?
Zit in categorie/ zit niet in categorie.
Zit Martin op Facebook?
want zijn portfolio Zit in de industrie en landbouw.
Iemand als jij zit vast veel in de sportschool.
Alleen zit je hier nu te janken om dezelfde man?