Examples of using Het is in orde in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Nee, het is in orde, ik ben wakker.
Nee, het is in orde, Johnson.
Het is in orde. Het is goed.
Het is in orde, Johnny.- Dank je.
Nee.- Het is in orde, oma.
Speels zelfs. Het is in orde.
Het is in orde, man. Hé.
Niet het is in orde, dank je.
Maar het is in orde nu.
Het is in orde, Patrick. Weet ik.
Het is in orde, het is geen bom.
Het is in orde, Alak. Pap.
Het is in orde, Miss Fleming. Adrian.
Ik bedoel… het is in orde. Cool.
Het is in orde, Frank.
Het is in orde, hij moest mij ook overhalen.
Het is in orde, jongen.
Het is in orde, leg het geweer weg.
Het is in orde, Alak. Pap.
Een reptiel.- Het is in orde, meisjes.