Examples of using Hij bidt in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Hij bidt voor deze gave zonder de verwachting het te ontvangen.
Hij bidt als een paard.
Hij bidt. Ik ga 't nu doen.
Hij bidt om de deur te openen.
Hij bidt voor je.
Hij bidt alweer!
Weet je dat hij bidt tot de god van de tanks?
Hij bidt uw heren om vergeving.
Hij bidt alleen tot God, opdat Die hem genoeg kracht geeft.
Hij bidt met zijn pastoor.
Hij bidt, dat zijn dochter nog in leven is.
Of alsof hij bidt, wat op hetzelfde neerkomt.
Hij bidt voor hem.
Hij bidt.
Hij bidt, sir.
Hij bidt voor het plan van de Heer voor zijn toekomst.
Hij bidt tot de Goddelijke Voorzienigheid om hulp voor een oplossing.
Hij bidt dat de deur opengaat.
Hij bidt voor ons allebei.
Hij bidt.