Examples of using Hij kan in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Hij kan het commentaar omdat hij raggay.
Hij kan meer dan je denkt.
Hij kan toch niet anders?
Hij kan veel meer.
Ja. Maar hij kan een probleem zijn.
Hij kan zelfs een butler zijn.
Hij kan zijn meester echter verleiden
Hij kan spijt hebben, maar hij zou ook moeten betalen.
Bonnie.- Hij kan ons helpen.- Frank.
Hij kan je nog steeds vermoorden.
Hij kan dat toch niet hebben gehoord,?
Hij kan vliegen en bezit bovenmenselijke kracht en snelheid.
Hij kan bij hen zijn.
Hij kan de Wegsnijder zijn?
Nou, hij kan een tijdje niet zitten.
Waarom?- Hij kan betrokken zijn.
Hij kan voor zichzelf spreken, Saltzman.
Ik weet niet wat hij kan.
Hij kan de Iron Monkey zijn?
Hij kan elk materiaal doorboren met zijn wapen.