Voorbeelden van het gebruik van Hij bidt in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Ecclesiastic
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik ga 't nu doen. Hij bidt.
Het lijkt alsof hij bidt.
Hij bidt veel, studeert en is beschikbaar voor preken,
Ik hoop dat ie bidt.
Hij bidt voor mij.
Luister… hij bidt voor jullie.
Onzen dienaar als hij bidt?
Onzen dienaar als hij bidt?
Onzen dienaar als hij bidt?
De god tot wie hij bidt.
Hij bidt tot zijn god.
Hij bidt niet voor onze god.
Hij bidt tot z'n god.
Aan een dienaar wanneer hij bidt?
Aan een dienaar wanneer hij bidt?
Onzen dienaar als hij bidt?
Aan een dienaar wanneer hij bidt?
Hij bidt geknield en vloekt
Maar hij bidt nog voor degenen die hij doodt.
De Heilige Vader is op z'n kamer, hij bidt.