Voorbeelden van het gebruik van Hij heeft in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Hij heeft mijn zus hier vaak ontmoet.
Hij heeft een benzinestation.
En hij heeft op Eton gezeten.
Hij heeft een winkel in Queens.
Hij heeft ons bijna vermoord.
Hij heeft het gedaan met zijn tong.
Hij heeft mijn mededingingsoverzicht nodig.
Nee. Hij heeft gelijk.
Hij heeft vast alleen honger.
Hij heeft iets wat Belly en ik nooit hadden. .
Hij heeft dit weekend niet gewerkt.
Hij heeft me jarenlang mishandeld.
Hij heeft haar moeder bijna vermoord.
Ik weet het, hij heeft het me verteld.
En hij heeft hulp nodig met Jamie.
Hij heeft de snoepjes ontdekt. Nee, nee.
Hij heeft in m'n lab ingebroken.
Ja, hij heeft meerdere hotels langs de kust. De ondernemer?
Hij heeft nooit oorlog gevoerd.
Hij heeft niets te maken met de dood van Tyler.