Voorbeelden van het gebruik van Hij heeft vast in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Hij heeft vast met Katja een afspraak.
Hij heeft vast wel geschreven.
Hij heeft vast de auto weer in de prak gereden.
Hij heeft vast gewoon honger.
Hij heeft vast zijn redenen om stil te blijven.
Hij heeft vast een vriendin.
Hij heeft vast wat te verbergen.
Hij heeft vast liefdesverdriet om Lorelai.
Hij heeft vast gewoon last van jetlag.
Hij heeft vast lange vingers.
Hij heeft vast iemand omgekocht.
Hij heeft vast gelijk. En.
Hij heeft vast wapens.
Hij heeft vast gesproken met degene die hotelkamers in brand steekt.
Hij heeft vast een goede verklaring.
Hij heeft vast een medisch geval.
Hij heeft vast te hard gewerkt.
Hij heeft vast al veel mooi dingen.
Hij heeft vast gewoon tijd nodig.
Hij heeft vast gelijk.