HIJ HEEFT - vertaling in Frans

• il a
• il possède
• il dispose
• il ne
• il est
• il lui
• il fait
• il avait
• il aura
• ils ont
• il n

Voorbeelden van het gebruik van Hij heeft in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans

Hij heeft nog lang niet gewonnen.
Il n'est pas près de gagner.

Hij heeft de juiste persoon gekozen om de jury te beïnvloeden.
Ils ont bien choisi la bonne personne pour influencer le jury.

Hij heeft nog ongeveer voor twee dagen zuurstof.
Il lui reste environ deux jours d'oxygène.

Hij heeft ambitie, energie.
Il est ambitieux, énergique.

Hij heeft een ernstige kattenallergie.
Il fait une allergie sévère aux chats.

Hij heeft geen sieren de homoseksuele liefde met prachtige scènes.
Il ne décore pas l'amour gay avec de belles scènes.

Hij heeft er niets van nodig.
Il n'en a pas besoin.

Hij heeft een groot gevoel voor gerechtigheid en vertrouwen.
Ils ont un très grand sens de l'honneur et de la justice.

Hij heeft aan Harvard gestudeerd.
Il est diplômé d'Harvard.

Hij heeft haast, is bang.
Il fait vite, il a peur.

Hij heeft nog 16 uur de tijd.
Il lui reste 16 heures.

Hij heeft een voorbode van de herfst niet kijken in de tuin.
Il ne regarde pas un présage de l'automne dans le jardin.

Hij heeft niet graag katten.
Il n'aime pas les chats.

Hij heeft meestal een of meer assistenten.
Ils ont néanmoins souvent été assistés par un ou deux assistants.

Bill, hij heeft pijn.
Bill, il est blessé.

Hij heeft nog steeds nachtmerries.
Il fait toujours des cauchemars.

Hij heeft nog een paar uur,
Il lui reste 2 h,

Hij heeft liever niet dat ik over 'm praat.
Il ne m'aime pas parler de lui.

Hij heeft het niet naar zijn zin.
Il n'est pas en train de passer un bon moment.

Hij heeft een elastische taille
Ils ont une ceinture élastique