ELLE - vertaling in Nederlands

• ze
• zij
• het
• hij
• haar
• t
• ie

Voorbeelden van het gebruik van Elle in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

Elle m'aidait avec mon devoir.
Ze was me aan 't helpen met m'n huiswerk.

Elle a été chez vous?
Is ze ooit bij u thuis geweest?.

Elle se dérègle, c'est flou.
Het is aan het phaseren, het wordt onscherp.

Elle aime Becca
Ze is dol op Becca.

J'ai dit: elle cuit ses gâteaux.
Ik zei dat ze aan het bakken is.

Elle vous a parlé des appels.- Oui, mais.
Maar u wist wel van die telefoontjes.

Elle a triomphé de la tragédie uniquement grâce à sa propension à procréer.
Een vrouw wier triomf over tragedie… alleen wordt overtroffen door haar voortplantingsdrift.

Elle allait à Shannon, en Irlande.
Maar naar Shanon, in Ierland.

C'est elle. Elle était dans la même cellule que moi.
Deze vrouw zat bij mij in de cel.

Et si elle échoue et que le Cavalier tue quelqu'un?
Wat als het haar niet lukt en de Ruiter iemand vermoordt?

Deux… Elle va exploser.
Twee… het is geen blindganger.

Elle sait pour son père?
Weet ze 't van haar pa?

Depuis, elle enchaîne les allers et retours dans votre hôpital.
Ze is sindsdien in en uit U ziekenhuis.

Elle courrait avec son bébé.
Ze was aan het joggen met haar baby.

Je me suis toujours demandée pourquoi elle ne m'avait jamais recherché.
Ik vroeg me altijd af waarom ze me nooit gezocht heeft.

Si elle a froid,
Als ze 't koud krijgt,

Je me suis retourné pendant une seconde, et elle était partie.
Ik draaide me even om en ze was weg.

Elle se rinçait ou se savonnait?
Was ze aan 't afspoelen of aan 't inzepen?

Elle vous fera pas d'ennu¡s. A mo¡ns qu'elle so¡t ce¡nture no¡re.
Dat zal geen probleem zijn, maar je weet nooit.

Elle seule peut relier Escobar au massacre du Palais.
Ze is de enige die Escobar kan linken aan het bloedbad in het Paleis.