HIJ ZAL - vertaling in Duits

• er wird
• er soll
• er muss
• er kann
• er will
• er würde
• er sollte
• er wird's
• er werde
• er könnte
• er müsste

Voorbeelden van het gebruik van Hij zal in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

Hij zal me voorstellen aan zijn moeder.
Er will mich seiner Mutter vorstellen.

Hij zal in het openbaar gegeseld
Er soll öffentlich ausgepeitscht

Hij zal wel in de pub zitten.
Er wird wohl im Pub sein.

Jack, hij zal het proberen.
Jack… er wird's versuchen.

Hij zal zo weer langskomen.
Er sollte bald kommen.

Hij zal je vernietigen, Sam.
Er würde dich zerstören, Sam.

Hij zal verslag uitbrengen aan Division.
Er muss der Division Bericht erstatten.

Hij zal alles doen.
Er will alles tun.

Hij zal je begrijpen.
Er kann dich verstehen.

Hij zal branden.
Er soll brennen.

Hij zal goed voor mijn kindje zorgen.
Er wird sich gut um mein Baby kümmern.

Hij zal hun tekst aan de voorzitter van de Europese Raad overhandigen.
Er werde dem Präsidenten des Europäischen Rates diesen Text zuleiten.

Hij zal het wel uitleggen.
Er wird's erklären.

Hij zal worden ontslagen tegen de tijd
Er sollte entlassen werden,

Hij zal ze kwetsen, als ik vertrek.
Er würde ihnen weh tun, wenn ich ihn verlasse.

Hij zal bij de postmeester zijn.
Er muss beim Postmeister sein.

Hij zal weten of er een verband is.
Er kann dir sagen, ob es einen Zusammenhang gibt.

Hij zal Xandar er mee wegvagen.
Er will Xandar damit auslöschen.

Televisie. Hij zal TV zien!
Er soll das Fernsehen sehen! Das Fernsehen!

Hij zal op je wachten in de stad.
Er wird in der Stadt auf dich warten.