Examples of using Hij is echt in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Hij is echt verschrikkelijk.
Hij is echt zwaar gestoord.
Harry, hij is echt weg.
DX…- Hij is echt ziek. DT.
Hij is echt de Cinderella Man. Zoals Damon Runyon eens schreef.
James? Hij is echt.
Nee, hij is echt kwaad.
Danny, hij is echt.
Hij is echt onschadelijk.
Jazeker, hij is echt de leukste jongen die ik ooit ontmoet heb.
Hij is echt krankzinnig.
Hij is echt met pensioen.
Ja. Hij is echt goed.
Hij is echt een roekeloze jongen.
Hij is echt. Hij ziet alles.
Hij is echt verdrietig.
Hij is echt zot van racen, hij is er dol op.
Hij is echt lekker.
Hij is echt gevaarlijk.
Hij is echt fantastisch.