Examples of using Hij springt in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Hij springt van het ene gebouw naar 't andere.
Hij springt. Jij kijkt.
En hij springt uit het hol.
En hij springt echt op me.
Jij kijkt, hij springt.
Hij springt in het water.
Als hij springt, verdrinkt hij. .
Als hij springt, verdrinkt hij. .
En hij springt.
Hij springt net als hem.
Hij springt in het water.
Ja, hij springt.
Het kan me niet schelen hoe goed hij springt.
Cool. Hij springt op de achterbank met haar.
Cool. Hij springt op de achterbank met haar.
Hij springt naar de metro, hij kijkt nergens naar.
Hij springt er meteen uit naast alle andere sieraden in mijn sieradenkast.
Hij springt alleen vandaag.
Hij springt heus niet uit het raam.