Examples of using Ik ben aardig in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik ben aardig, en leuk op feestjes.
Ik ben aardig als ik drink.
Je was achterdochtig want ik ben aardig, zorgzaam en vrolijk.
Nee hoor, ik ben aardig verzadigd.
Ja, ik ben aardig.
Ik ben aardig tegen hem.
Ik ben aardig zwanger.
Ik ben aardig, hè?
Ik ben aardig.
Ik ben aardig vindingrijk als ik het wil.
Ik ben aardig tegen iedereen. Oh, alsjeblieft.
Ik ben aardig tegen haar.
Ik ben aardig gelukkig met mijn baan.
Ik ben aardig, echt waar.
Trouwens, ik ben aardig.
Ik ben aardig zeker dat ze heeft gebakken op een professioneel niveau.
Ik ben een aardig mens en ik ben aardig tegen jou.
Kijk eens, ik ben aardig.