Examples of using Ik ben doof in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik ben doof alles mijn leven al heel mijn leven.
Ik ben doof geworden.
Ik ben doof.
Ik ben doof, dus gek.
Ik ben doof, maar ik kan wel uiten wat ik denk.
Maar ik ben doof en ik kon de bel
Ik ben doof, net als jij, en kan de muziek niet horen.
Ik ben doof aan dit oor daar heb je mij laatst geslagen, weet je wel.- Wacht eens even.
Ik ben doof aan dat oor, sinds u me daar een klap op heeft gegeven. Wacht even.
Ik ben doof aan dat oor, sinds u me daar een klap op heeft gegeven. Wacht even.
Ik was doof en blind en stijf als een blok.
Ik was doof en nu kwijn ik weg.
Ik was doof.
Ik was doof voor je raad.
Ik ben doof.
Ik ben doof.
Ik ben doof.
Ik ben doof.
Ik ben doof geboren.
Ja, ik ben doof.