Examples of using Liggen in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
De wapens liggen in de garage. Jimmy.
Ga liggen, vader. Vader.
De beste jonge mannen liggen onder de aarde.
Hier liggen mijn gegevens.
Lijken liggen in de hete zon.
Onze focus moet liggen op Lisbeth Salander.
Deze kamers liggen in de tuin en bieden uitzicht op zee.
Alle standaardkamers liggen op de bovenste verdieping van het hotel.
Liggen Spanje en Afrika vlak bij elkaar?
Ik ga even liggen, oké?
Maar, hij kon het niet laten liggen.
Waar liggen de autosleutels?
Waar liggen zijn spullen?
Ik zie drie naakte lichamen binnen liggen.
Hij zou in het ziekenhuis kunnen liggen.
Hier liggen de verborgen spanningen die het lichaam overbelasten.
Alle appartementen liggen op de 1ste verdieping.
Eddie en Malcolm liggen in het ziekenhuis.
De uitvalswegen liggen op enkele minuten afstand.
Kom op, kom bij me liggen.