Examples of using Maniak in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Het is die maniak Bootsy Calico.
Je bent getrouwd, maar met een maniak.
Nee, dat zijn ze niet, Fuchs is een gedreven ego maniak.
Hij denkt dat die maniak dood is!
Ik wil niets meer horen over die maniak.
Ze is een maniak, Pringle.
Ik ben meer dan een maniak.
Jij maniak. Wat is hij van plan,?
Maniak.- Fietsen.
Jij maniak, wat ben je-.
De maniak schiet de vriend neer
Het is geen maniak, geen krankzinnige.
Maniak jezelf, apenkop!
Welke maniak zat er in die auto?
Die maniak is toch enger, hè?
Als ze die maniak vinden, dan maak ik hem af.
Een maniak is gek geworden!
Dat deze maniak"Al Kahf" naar Engeland brengt?
Een maniak heeft hem waarschijnlijk gedood voor een kauwgom.
Een maniak met invloed.