Examples of using Ons in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Dwight. Hij hield van ons.
El Dorado. De kapitein van ons schip.
En hij is hier met ons.
El Dorado. De kapitein van ons schip.
Nee, een nieuwe business voor ons.
Connie?- Connie, ons zusje?
flankeren ons.
Nikita bedriegen ons.
Jij verteltje vrienden over ons, en anders doe ik het.
Wat verteld het ons over het pakje?
Brengt dit ons thuis?
Jona vertelde het ons. Ja, blijkbaar.
Zeg het ons, Mr Wainthropp.
Blijf bij ons.- Ja, Woody.
Je gaat met ons, niet met dat document.
Voor meer informatie ga naar Over Ons.
Een keer maakt geen ons.
Ok. Die waren van ons, maar… Oh.