REDENEREN in English translation

reason
reden
rede
waarom
aanleiding
daarom
oorzaak
verstand
redeneren
argue
beweren
stellen
ruzie
zeggen
pleiten
betogen
argumenteren
ruzie maken
discussiëren
voeren
think
denken
vinden
geloven
menen
reasoning
reden
rede
waarom
aanleiding
daarom
oorzaak
verstand
redeneren
thinking
denken
vinden
geloven
menen

Examples of using Redeneren in Dutch and their translations into English

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Redeneren verschaft geen antwoord.
Reason provides no answers.
Hij en gedachten lezen zijn heel goed, redeneren ze.
He and read thoughts are quite able, they argue.
Je mag niet in segmenten redeneren.
You can't keep reasoning in segments.
Je kunt niet redeneren met een idioot.
You cannot reason with an idiot.
Dat is opmerkelijk verfijnd redeneren, Howlyn.
That is remarkably sophisticated reasoning, Howlyn.
Met 'n gek kun je niet redeneren.
You can't argue with crazy.
Ik kan met hem redeneren.
I can reason with him.
Wreedaardig maar toch in staat tot menselijk redeneren.
Ferocious yet capable of human reasoning.
Vandaag bereik ik de leeftijd van het redeneren.
Today I reached the age of reason.
Niemand weet meer over redeneren dan hij.
Nobody knew more about reasoning than Plato.
Ik zei toch dat je met haar niet kunt redeneren.
I told you, you can't reason with her.
Ongelofelijk. Hij heeft een geheugen en kan redeneren.
He has memory and reasoning skills. Unbelievable.
Ik kan nu niet redeneren.
I cannot reason.
Hij heeft een geheugen en kan redeneren.
He has memory and reasoning skills.
En je kan niet redeneren met een baby.
And you can't reason with a baby.
Ongelofelijk. Hij heeft een geheugen en kan redeneren.
Unbelievable. He has memory and reasoning skills.
Inderdaad? Ik moet redeneren met haar.
Indeed? I have to reason with her.
Ik snap het. Je leert logica en ruimtelijk redeneren.
I see. You're learning logic and spatial reasoning.
Met een harige, zwarte dwerg. Rot op! Ik kan niet redeneren.
I can't reason with a hairy, black midget.
Niemand weet meer over redeneren dan hij.
Nobody knew more about reasoning.
Results: 715, Time: 0.0483

Redeneren in different Languages

Top dictionary queries

Dutch - English