Examples of using Schaap in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Je kan je ogen niet afhouden van dit schattige schaap.
Of een schaap.
Bloedbroeders Kees Schaap Nederland 2015, 270 min.
Blijf dichtbij, als katoen op een schaap.
Je lijkt wel een gebraden schaap.
Was ik het schaap.
Pieter Schaap, gedoopt op 25 december 1744 te Huizen.
Ik lijk niet op een schaap verkleed als lam?
Dat moet een groot ongeluk geweest zijn, arm schaap.
Ik was het schaap.
Schaap is volledig onafhankelijk,
Grote capaciteit voor bevroren vlees, schaap, zeevruchten.
Ik ben in het jaar van het schaap geboren.
April skouris, zwart schaap van de familie.
Over de dood van de familie Schaap.
Nee, deze schaapen zijn voor schaap te berijden.
Ik ga niet elk verdwaald schaap zoeken.
April Skouris, het zwarte schaap van de familie.
Deze workshop wordt gegeven door Anouk Schaap.
Maar half Fillory eet gekookt schaap.