Examples of using Treiteren in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Begrijp je wat ik zeg? Treiteren… fysiek mishandelen… SLECHT.
Rechercheur Hynes maakte zich jaren schuldig aan treiteren en stalken.
Genoeg, oké? Broers en zussen treiteren elkaar.
Al die stomende blikken en treiteren kussen.
Wou je me treiteren?
Om gewoon te zitten en mij ter dood treiteren?
Edelachtbare, dit is treiteren.
Het is een vorm van fysiek en psychologisch treiteren.
Het treiteren, beledigen, in verlegenheid brengen
Drugs, alcohol, in dierentuin klimmen en de dieren treiteren.
Wanneer de vijand is het verzamelen, treiteren we.
Dit is treiteren.
Mij altijd treiteren, mijn levensonderhoud wegnemen.
hij ons nooit meer zal treiteren.
Ik hoor ze hem nog treiteren.
FBI misdadigers treiteren stadsgenoot.
Verschillende bedreigingen, misbruik, treiteren.
Ik zei dat ze Su-yeon steeds blijft treiteren.
Je kunt iedereen in dit huis treiteren.
Hij was ons enkel aan het treiteren.