Examples of using Trotseren in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
We moeten de aarde verlaten en het donkere legioen trotseren.
Jij kunt hem trotseren.
De winter trotseren terwijl we op demonen jagen?
Mijn vader trotseren is één ding.- Wat?
De winter trotseren.
Kan ze de zwaartekracht trotseren?
Hij wil de storm niet trotseren.
Je moet ze trotseren.
En jij kunt de Goden niet trotseren.
Je zou je broer moeten trotseren.
De winter trotseren terwijl we op demonen jagen?
Uw boeren trotseren u?
Jeanine trotseren, Chicago redden.
We zijn niet de enigen die deze zware beklimming in dit slechte weer trotseren.
Dan moet ik de wildernis alleen trotseren.
Ik moet je vader trotseren.
Zeil mee met de trends of trotseren de wereld!
We moeten het kwaad trotseren.
Mijn gezondheid, Mijn gezondheidsadvies, De winter trotseren.
Maar vertrekken betekende opnieuw de zee trotseren.