Examples of using Tuk in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Tuk, je krijgt een baan.
We hadden ze tuk.
Ik… Je hebt me tuk.
De Zugor heeft Tuk.
Tuk Tuk en Kim hebben de speelballen, die gaan ontploffen als ik ze dat zeg.
Ze had mij zes maanden tuk.
Nou, je hebt me tuk.
En ik zat klem en Tuk is opgegeten.
Jij bent Tuk van de planeet Achuun?
Hoofdinspecteur Clouseau. Daar had ik je tuk, hè?
Maar ik had je tuk Ja.
Bloemen bezorgen in Tuk en omgeving.
Nou, mij heb je tuk.
Minuten op tuk tuk naar de tempels.
Je had me echt tuk.
Levering& retouren- Zilveren telescopische wandlamp Tuk.
Had ik jou tuk?
Nieuwe ontwerp tuk tuk 300cc motorfiets.
Maak je niet druk, Aphrodite had mij ook bijna tuk.
De namen van de ferries naar Tuk Tuk zijn.