Examples of using Wijsmaken in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
We kunnen onszelf niet wijsmaken dat we wiet hebben gelegaliseerd.
Dus je wil me wijsmaken dat je z'n dochter bent?
Maar kan obsessie je niks wijsmaken?
Hij kon mij niks wijsmaken.
Want ik was je maar wat aan het wijsmaken, makker.
We moeten Beltran wijsmaken dat ik Pezuela uitschakelde.
Je kon ze van alles wijsmaken.
Ik kan jullie alles wijsmaken.
Laten we elkaar niks wijsmaken.
We mogen onszelf niets wijsmaken.
Je kunt ze alles wijsmaken.
Iedereen wijsmaken dat we logen?
Je kunt mij niets wijsmaken.
Ik dacht dat ik mezelf kon wijsmaken dat hij niet bestond.
Laten we onszelf niets wijsmaken.
We kunnen hem alles wijsmaken.
Laat niemand je dat wijsmaken.
De mensen wijsmaken dat je Dorbeck heet.
Laten we onszelf niks wijsmaken.
ik kan die twaalf mensen alles wijsmaken.