Examples of using Wurging in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
De een stierf door wurging.
De straf voor diefstal is wurging.
Vermoord door wurging.
Dood door wurging.
Raymond wordt beschuldigd van mishandeling en wurging.
Ja. Doodsoorzaak: wurging.
De doodsoorzaak was ligatuur wurging.
Ligatuur wurging.
Een duidelijk geval van wurging.
Ligatuur wurging. Een afgelegen dumpplek.
Dus, niet wurging?
Je ziet dat bij wurging.
Maar spreker verdient wurging is naar mijn mening een harde beoordeling.
Ten eerste, Lampdraad wurging.
Wurging, een onschuldige getuige, verschoven tijd.
Dat is typisch bij wurging, niet bij ophanging.
Wurging is niets voor een vrouw.
Ik zou wurging zeggen, maar het tongbeen is nog intact.
Wurging is machtsvertoon van de sterke over de zwakke.
Wurging, een onschuldige getuige, verschoven tijd.