ZE GING in English translation

she went
ze gaan
ze heen
ze naartoe
ze heengaan
ze naar
is ze heengegaan
ze zinken
zij is vertrokken
she was
is ze
ze worden
zit ze
ze wel
staat ze
she left
ze vertrekken
laat ze
ze weggaan
ze weg
heeft ze verlaten
she got
ze krijgen
heeft ze
ze wordt
komt ze
raakt ze
ze weer
ze brengt
she started
ze beginnen
she took
ze nemen
ze gaan
she came
ze komen
ze mee
zij hier
she moved
ze beweegt
she ran
ze lopen
ze rende
ze werken
ze ging
ze naartoe
she dated

Examples of using Ze ging in Dutch and their translations into English

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Ze ging naar de Miami University van Ohio in Oxford.
She attended Miami University in Ohio.
Maar ze ging helemaal uit haar dak.
But she started freaking out.
Ze ging de auto in.
She got into a car.
Ze ging gram-o-grams uitleggen.
She was supposed to teach me gram-o-grams.
Ze ging de jungle in met John.
She went into the jungle with John.
Ze ging een uur geleden weg.
She left about an hour ago.
Ze ging weg, naar Toronto,
She moved away, to Toronto,
Ze ging de'Wash' over!
She came over the wash!
Nee, ze ging in bad.
No, she took a bath.
Ze ging bètavakken onderwijzen hier op Middlesex.
She started teaching science, right here at Middlesex.
Ze ging drie keer per week naar de avondschool.
She attended night school three times a week.
Ze ging vrijwillig.
She got in voluntarily.
Zag dat ze ging dineren met Patrick Casey.
You saw she was having dinner with Patrick Casey.
Ze ging rond middernacht weg, denk ik.
She left at around midnight, I guess.
Ze ging Digital Underground?- Mm-mm?
Mm-mm. She went Digital Underground?
En ze ging van het pad af tussen de bomen om bloemen te plukken.
And she ran off into the woods looking for flowers.
Ze ging door.
She moved on.
Ze ging vrijwillig mee.
She came on willingly.
Ze ging ervandoor.
She took off.
Ze ging op zwemmen.
She started swimming.
Results: 3466, Time: 0.0901

Word-for-word translation

Top dictionary queries

Dutch - English