Examples of using Zijner in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Ecclesiastic
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
En de naam zijner moeder was Jecholia van Jeruzalem.
Gij zult het bokje niet koken in de melk zijner moeder.
En hij stierf in het een en veertigste jaar zijner regering.
Ik zal mijn werk te zijner tijd bespoedigen.
En hij stierf in het een en veertigste jaar zijner regering.
Ik, de HEERE, zal zulks te zijner tijd snellijk doen komen.
Dank u. Te zijner nagedachtenis?
Ik, de HEERE, zal zulks te zijner tijd snellijk doen komen.
looft Hem in het uitspansel Zijner sterkte!
Verdere details zullen te zijner tijd bekend worden gemaakt.
Vrijwilligers zullen te zijner tijd nader worden geïnformeerd.
Maar hij wien men het boek zijner werken achter den rug zal geven.
En de naam H517 zijner moeder H2657 was Hefzi-bah.
Die te zijner tijd bevredigd zal worden.
Verre zij het van God, de deelgenooten zijner macht te hebben, welke gij met hem vereenigt.
Ik weet zeker dat, te zijner tijd, wij alles zullen delen.
Buiten Reykjavik zijner ISZ bijkantoren.
Indien gepast, zullen te zijner tijd verdere maatregelen worden genomen.
Ter zijner tijd.
Te zijner tijd.