Examples of using Zit in een rolstoel in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Mijn vader zit in een rolstoel.
Zij zit in een rolstoel, diabetes.
Ik zit in een rolstoel/ik moet de hele tijd blijven zitten. .
Laura Howlingcrane zit in een rolstoel.
Zeg,"ha, ha, ha, jij zit in een rolstoel.
Nou, hij zit in een rolstoel nu.-Zeker.
Ik zit in een rolstoel, dat telt dubbel.
Die vriend zit in een rolstoel.
Nou, hij zit in een rolstoel nu.-Zeker.
Mevrouw, ik zit in een rolstoel.
Cynthia, onze concurrent in de inpakpapierwedstrijd, zit in een rolstoel.
Z'n vrouw zit in een rolstoel.
Ik zit in een rolstoel, jij komt in een rolstoel. .
Marion, mijn vader zit in een rolstoel.
En hij zit in een rolstoel. Jongens.
Ik zit in een rolstoel en daar kom jij ook in. .
Mr. Marion, mijn vader zit in een rolstoel.
En hij zit in een rolstoel.
Ik zit in een rolstoel omdat ik uitgleed en mijn dijbeen brak.
Meneer… Marion, mijn vader zit in een rolstoel.