CAN'T TRUST in Dutch translation

• niet kan vertrouwen
• kan niet geloven
• niet kunt vertrouwen
• niet kunnen vertrouwen
• niet kon vertrouwen
• niet kunt vertouwen
• niet kan toevertrouwen

Examples of using Can't trust in English and their translations into Dutch

That we can't trust them.
Dat we die niet kunnen vertrouwen.

You know you can't trust the Reb.
Je weet dat je de rebellen niet kunt vertrouwen.

You're telling me you can't trust me?
Zeg je mij dat je me niet kan vertrouwen?

Of eight-balls that we can't trust.
Eight Balls die we niet kunnen vertrouwen.

What if you can't trust yourself?
Wat als je jezelf niet kunt vertrouwen?

This means I can't trust you.
Dit betekent dat ik je niet kan vertrouwen.

I guess we can't trust each other.
Ik denk dat we elkaar niet kunnen vertrouwen.

I'm the one that you can't trust.
Ik ben degene die je niet kunt vertrouwen.

Because I can't trust them.
Omdat ik ze niet kan vertrouwen.

If we can't trust each other.
Als we elkaar niet kunnen vertrouwen.

That's why you can't trust words, Henry.
Dat is de reden waarom je woorden niet kunt vertrouwen, Henry.

What if I can't trust my own dad?
Wat als ik m'n vader niet kan vertrouwen?

That's why we can't trust you.
Dat is waarom we je niet kunnen vertrouwen.

You know you can't trust her.
Je weet dat je haar niet kunt vertrouwen.

What if I can't trust my own dad?
Wat als ik mijn eigen vader niet kan vertrouwen?

He's still convinced we can't trust him.
Hij is overtuigd dat we hem niet kunnen vertrouwen.

Work with people you can't trust?
Werken met mensen die je niet kunt vertrouwen.

I'm the one that you can't trust.
Ik ben degene dat je niet kan vertrouwen.

Women love a man they can't trust?
Houden vrouwen van mannen die ze niet kunnen vertrouwen?

You know you can't trust him.
Je weet dat je hem niet kunt vertrouwen.