DOESN'T WANT TO TALK in Dutch translation

['dʌznt wɒnt tə tɔːk]
['dʌznt wɒnt tə tɔːk]
wil niet praten
don't want to talk
won't talk
don't wanna talk

Examples of using Doesn't want to talk in English and their translations into Dutch

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Look who doesn't want to talk now.
Kijk eens wie er nu niet wil praten.
He knows something, but he doesn't want to talk.
Hij weet iets, maar hij wilt niet praten.
I'm telling you, she doesn't want to talk.
Dat weet ik, maar ik zeg je toch, dat zij niet wil praten.
Leave him alone if he doesn't want to talk.
Laat 'm met rust als hij niet wil praten.
He does that. Whenever he doesn't want to talk about something.
Dat doet hij altijd als hij niet wil praten.
Whenever he doesn't want to talk about something, he does that.
Dat doet hij altijd als hij niet wil praten.
If she doesn't want to talk.
Als ze nou niet wil praten.
So, I hear Ian doesn't want to talk about Chicago.
Dus, hoor ik dat Ian niet wil praten over Chicago.
If a participant doesn't want to talk, he doesn't have to..
Als je niet wilt praten hoeft dat niet..
If she doesn't want to talk, wait until she does..
Als ze niet met je wil praten, wacht dan totdat ze wel wil praten..
If she doesn't want to talk, she won't.
Als ze wil zwijgen dan doet ze dat.
She really doesn't want to talk.
Ze wil echt niet praten.
But if he doesn't want to talk, you can tell me. No.
Maar als hij niet wil praten, praat dan met mij. Nee.
But if he doesn't want to talk, you can tell me.
Maar als hij niet wil praten, praat dan met mij.
She doesn't want to talk. Oh.
She doesn't want to talk.
Ze heeft geen zin om te praten.
Convince her.- She really doesn't want to talk.
Ze wil echt niet praten. Overtuig haar.
Sol, she doesn't want to talk.
Sol, ze wil niet met je praten.
She doesn't want to talk.
Ze wil me niet spreken.
Doesn't want to talk.
Hij wil niet praten.
Results: 74, Time: 0.0418

Word-for-word translation

Top dictionary queries

English - Dutch