Examples of using He will go in English and their translations into Dutch
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
He will go now.
He will go to Boston.
Hij gaat naar Boston.He will go back to factory settings.
Hij gaat terug naar de fabrieksinstellingen.He will go to some loving home with people.
Hij gaat naar een liefdevol huis met mensen.He will go home soon.
Hij gaat binnenkort naar huis.He will go back to the Russians empty-handed.
Hij gaat met lege handen terug naar de Russen.What school he will go to.
Naar wat voor school hij gaat.Maybe he will go to the dance.
Misschien gaat hij naar 't feest.Now he will go to the thieves stronghold for sure.
Nu gaat hij zeker naar het bolwerk van die gasten.He will go to the cops.- Yeah?
Dan gaat hij naar de politie.-Ja?Yeah? He will go to the cops?
Dan gaat hij naar de politie.-Ja?Now he will go home and tell his wife.
Nu gaat hij het zijn vrouw vertellen.Maybe he will go away.
Misschien gaat hij weer.Tomorrow morning he will go to Carl.
Morgenochtend gaat hij naar Carl.He will go to prison.
Dan gaat hij naar de gevangenis.He will go to the Other Side.
Dan gaat hij naar Gene Zijde.He will go.
Dan gaat hij.He will go back to prison?
Gaat hij terug naar de gevangenis?He will go to a new school.
Dan gaat hij naar een andere school.He will go back to the Russians empty-handed.
Dan gaat hij met lege handen terug.
