MAKING A MOVE in Dutch translation

['meikiŋ ə muːv]
['meikiŋ ə muːv]
een zet maakt
make a move
making een verhuizing
making a move
het maken van een verhuizing
maken van een beweging

Examples of using Making a move in English and their translations into Dutch

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
He made a move and you countered and he liked it.
Hij maakte een zet jij counterde en hij houdt daarvan.
He made a move, right?
Hij maakte een beweging, toch?
Virtually no one in this room makes a move without a reference to him.
Bijna niemand in deze kamer maakt een beweging zonder aan hem te refereren.
You make a move, I'm C-4, C-2.
Jij doet een zet, ik doe C-4, C-2.
Make a move, doctor.
Ga ervoor, dokter.
When we make a move, they make a counter move..
Wanneer wij een zet doen, doen zij een tegenzet.
You make a move and she dies.
Je maakt een beweging en ze sterft.
If they make a move, go right.
Als ze een verkeerde beweging maken, ga naar rechts.
Make a move and you're dead!
Maak een zet en je bent dood!
Make a move, union man.
Doe een zet, vakbondsman.
I made a move in the night.
Ik maakte een beweging in de nacht.
He made a move.
Hij maakte een beweging.
Stepmom makes a move on her tattooed stepson.
Stiefmoeder maakt een beweging op haar getatoeëerde stiefzoon.
They make a move, they're dead.
Als ze wat doen, zijn ze dood.
Gold makes a move consisting of 3 steps.
Goud doet een zet bestaande uit drie stappen.
Have you made a move on her yet?
Heb je al een poging bij haar gedaan?
For Christ's sake, make a move and stick with it, would you?
In godsnaam, doe 'n zet en blijf bij je keuze,?
You make a move.
Je maakt een beweging.
He's gonna make a move, Angela.
Hij zal een zet doen, Angela.
You make a move.
Je doet een zet.
Results: 40, Time: 0.0527

Word-for-word translation

Top dictionary queries

English - Dutch