MY REFLECTION in Dutch translation

[mai ri'flekʃn]
[mai ri'flekʃn]
mijn spiegelbeeld
my reflection
my mirror image
mijn reflectie
my reflection
mijn weerspiegeling
my reflection
m'n spiegelbeeld
my reflection
my mirror image
m'n reflectie
my reflection
m'n weerspiegeling
my reflection
mijn afspiegeling
mijn overweging
my reflection

Examples of using My reflection in English and their translations into Dutch

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
When the windows are open. but I can see my reflection in the glass.
Maar ik kan mijn weerspiegeling zien in het glas van de open ramen.
I saw you behind but my reflection was gone.
Ik zag je achter, maar mijn spiegelbeeld was verdwenen.
I'm seeing my reflection in a panel.
Ik zie m'n spiegelbeeld in een ruit.
I reflect on my reflection.
Ik reflecteer op m'n reflectie.
Saw my reflection in my knife.
Ik zag mijn reflectie in mijn mes.
I should be able to see my reflection on that floor.
Ik moet mijn weerspiegeling in de vloer kunnen zien.
There's a delay in my reflection.
Er is een vertraging in mijn spiegelbeeld.
You see my reflection here?
Zie je m'n spiegelbeeld?
And maybe it's because I have had time to reflect without seeing my reflection.
Lk heb nu even kunnen reflecteren zonder m'n reflectie te zien.
Yes. In fact, I can see my reflection in your cornea.
Ja, feitelijk kan ik mijn reflectie zien in jouw hoornvlies.
My reflection. And what don't you see?
Mijn weerspiegeling. En wat zie je niet?
I see my reflection.
Ik zie mijn spiegelbeeld.
When I saw my reflection I denied what I saw.
Toen ik m'n spiegelbeeld zag, ontkende ik het.
That was my reflection in the mirror.
Dat was mijn reflectie in de spiegel.
And what don't you see? My reflection.
Mijn weerspiegeling. En wat zie je niet?
It's just my reflection.
Het is gewoon mijn spiegelbeeld.
In the mirror, my reflection staring back at me.
In de spiegel, m'n spiegelbeeld die naar me terug staarde.
I want to see my reflection.
Ik wil mijn reflectie zien.
Now, concentrate on my reflection in the mirror.
Concentreer je nu op mijn weerspiegeling in de spiegel.
But I also saw in my reflection.
Maar ik zag ook in mijn spiegelbeeld.
Results: 148, Time: 0.0373

Word-for-word translation

Top dictionary queries

English - Dutch