TIME TO TALK in Dutch translation

• tijd om te praten
• moment om te praten
• tijd voor discussies
• tijd hadden
• tijd om te spreken
• tijd om te babbelen
• tijd voor een gesprek
• even tijd

Examples of using Time to talk in English and their translations into Dutch

Gives us time to talk, too. Yeah.
Ja. Geeft ons ook tijd om te praten.

Come back!- No time to talk.
Kom terug.- Geen tijd om te praten.

No. I don't have time to talk now.
Nee, ik heb geen tijd om te praten nu.

Sorry, Yeager, no time to talk.
Sorry, Yeager, geen tijd om te praten.

I don't have time to talk right now.
Ik heb nu geen tijd om te praten.

I would say it's time to talk, Evan.
Ik zou zeggen dat het wordt tijd om te praten, Evan.

I'm sorry. There's no time to talk.
Het spijt me. Er is geen tijd om te praten.

There's no time to talk.
Er is geen tijd voor discussie.

There's no time to talk about this.
Er is geen tijd voor discussie.

He took the time to talk to us about Elina, despite being busy.
Hij heeft tijd vrijgemaakt voor ons, ondanks zijn drukke agenda.

I wish we would have had more time to talk.
Hadden we maar meer tijd gehad.

I haven't really had time to talk.
Ik heb nog geen tijd gehad.

We don't have time to talk.
We hebben geen tijd om te praten.

Time to talk turkey.
Tijd voor een openhartig praatje.

Have you time to talk to me?
Heb je even tijd om te praten?

If so, it is time to talk.
Dan is het tijd om te praten.

Pick a time to talk when the person hasn't been drinking.
Kies een tijdstip uit om te praten waarop de persoon nog niet gedronken heeft.

They have chosen a time to talk,” she was thinking.
Die hebben ook den rechten tijd tot praten uitgezocht," dacht zij.

Then it is time to talk and experience it.
Dan is het tijd om te praten en het te ervaren.

I dont have time to talk right now.
Ik heb nu geen tijd om te praten.