WANT IT in Dutch translation

• willen het
• wil
• wenst
• wil het
• wilt het
• wil 't

Examples of using Want it in English and their translations into Dutch

I want it now!
Ik wil 't nu!

You want it, you got it..
Je wilt het, je krijgt het..

We want it baked, not burnt.
We willen het gebakken hebben, niet verbrand.

And I want it on paper!
En ik wil het zwart-op-wit!

Her mobile number- do you want it?
Wil je haar mobiele nummer?

anywhere you want it.
overal waar u deze wenst.

Because I want it blue-er.
Lk wil 't blauwer.

You want it more than you love me.
Jij wilt het meer dan dat je van me houdt.

We just want it to be simple and quick.
We willen het gewoon eenvoudig en snel.

But I want it out.
Maar ik wil het eruit.

It will go wherever you want it to go.
Hij brengt je waar je maar naartoe wil.

An extra bunk bed can be set where you want it.
Een extra stapelbed kan worden gezet waar u wenst.

I want it in writing.
Lk wil 't zwart op wit.

You want it destroyed?
Je wilt het vernietigd hebben?

We want it now! Sweet relief!
We willen het nu! Zoete opluchting!

And I want it done this week!
En ik wil het deze week gedaan hebben!

Wherever you are and exactly as you want it!
Waar je ook bent en precies zoals jij het wil!

You want it, don't you Randy?
Je wilt het toch, Randy?

I want it.
Ik wil 't wel hebben.

Sweet relief! We want it now!
We willen het nu! Zoete opluchting!