Voorbeelden van het gebruik van Aushandeln in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Vielleicht könnte der Captain einen Tausch aushandeln.
Ich will einen Deal aushandeln.
Vielleicht können wir etwas aushandeln.
Sie sollen eine Waffenruhe aushandeln.
u over een wapenstilstand moet onderhandelen.Sie können einen Deal aushandeln.
Je kunt een deal sluiten.kann ich einen Deal aushandeln.
kan ik een schikking regelen.Dann kann ich die Bedingungen für die umsiedlung aushandeln.
Dan kan ik de voorwaarden voor de verhuizing onderhandelen.Einen Deal aushandeln.
Hij wil een deal sluiten.Und ich könnte sicher einen super Rabatt aushandeln für einen Freund… Lila!
Ik kan wel een leuke korting regelen voor een vriend van!Die Stadtstaaten sollten einen Waffenstillstand aushandeln.
De stad vindt dat we over een wapenstilstand moeten onderhandelen.Aber ich konnte einen Deal aushandeln.
Maar ik kon een deal sluiten.Bevor das noch weitergeht, lassen Sie uns was aushandeln.
Vooraleer dit nog verder gaat, kunnen we maar beter wat regelen.Wir können einen Deal aushandeln.
We kunnen een deal sluiten.Lassen Sie uns was aushandeln, Dre. Also!
Dus… laten we onderhandelen, Dre!einen Deal aushandeln.
een nieuwe deal regelen.Ein Bündnis zwischen Ihrem Volk und unserem aushandeln will. Ich bin sicher, dass Dr. Weir.
Over een verbond tussen onze volken. Dr. Weir wil vast onderhandelen.Sie wollte einen Deal aushandeln, um Sie zu verschonen?
Weet je dat ze een deal wilde sluiten om je te sparen?Ich kann das jetzt nicht aushandeln.
Ik kan nu niet onderhandelen.Einen Deal aushandeln.
een deal sluiten.Du kannst meinen nächsten Deal aushandeln.
Je kunt over m'n volgende deal onderhandelen.
