ISOLIEREN - vertaling in Nederlands

• isoleren
• afzonderen
• worden geïsoleerd
• geïsoleerd hebben
• isoleert
• isoleer

Voorbeelden van het gebruik van Isolieren in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Wir schließen sie ein und isolieren sie.
We sluiten ze in en isoleren ze.

Vielleicht kann ich es isolieren.
Misschien kan ik het isoleren.

Ich konnte die Flecken isolieren.
Ik kon de vlekken isoleren.

Wir müssen es isolieren.
We moeten het isoleren.

Wir können sie isolieren.
We kunnen haar isoleren.

Du willst Vampireigenschaften isolieren.
Je wilt vampiertrekken isoleren.

So konnte ich es isolieren.
Zodat ik het kon isoleren.

Julian wird sich isolieren.
Julian zal zich isoleren.

Dank ihr konnten wir ihn schnell isolieren.
Dankzij haar konden we hem snel isoleren.

wollte Major Turner isolieren.
Majoor Turner werd geïsoleerd.

Moment, was meinst du mit'isolieren'?
Wacht, wat bedoel je met'afgezonderd.

Ihn isolieren? Ihn von Menschen fernhalten?
Isoleer hem, haal hem bij mensen weg?

Isolieren Sie Draht mit Schrumpfschlauch.
Isoleer draad met krimpkous.

Wir können die Arbeitslosigkeit nicht von allen anderen wichtigen Entscheidungen isolieren.
Wij mogen de werkloosheid niet los van alle andere grote beslissingen zien.

Speichervorrichtungen isolieren, jeweils ein Cluster pro Gerät.
Isoleer opslagapparaten, één cluster per apparaat.

Isolieren und Verstärken.
Ik isoleer en versterk.

Isolieren Kugeln und schließen das Artefakt Kern nach unten.
Isoleer orbs en afsluiten van het artefact kern.

Sie isolieren Pixel von spiegelnden Oberflächen der Umgebung.
Het isoleert pixels uit reflecterende oppervlakten uit de omgeving.

Die Frequenz isolieren und mich verbinden.- Was?
Isoleer de frequentie en geef me door.- Wat?

Die USA isolieren sich.
Amerika zondert zich af.