Voorbeelden van het gebruik van Afgezonderd in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Ecclesiastic
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Met sprekende grote[ogen], in tenten afgezonderd.
Bovendien is hij afgezonderd.
Coyotes vinden 't lijk en eten afgezonderd van elkaar.
Dan worden we afgezonderd.
Vrouwen met prachtige ogen, afgezonderd in tentverblijven.
Afgezonderd te worden met een hart gemaakt van steen laat me je helpen.
We hebben ons afgezonderd, Francis.
Afgezonderd te worden met een hart gemaakt van steen?
Ik wist niet dat je je zo afgezonderd voelde.
In de tweede cel, Graaf Leoline, afgezonderd.
Hij is nu afgezonderd.
En trouwens, u weet dat hij afgezonderd is.
hopeloos, afgezonderd, ellendig bestaan leiden.
Hij heeft ze al afgezonderd en ze hadden het thuis niet geweldig.
Je voelt je afgezonderd van de aarde.
We waren volledig afgezonderd in een afgelegen complex.
Klep dicht we zijn compleet afgezonderd van de gevaarlijke stad.
Hij is ergens veilig afgezonderd totdat hij zijn helft van het geld krijgt.
Waarom moet ik afgezonderd worden?
Rustig, afgezonderd, waar u kunt genieten van uw avonden en avonden, overweldigd door een overweldigende stilte.