Voorbeelden van het gebruik van Nur ein auto in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Doug, das ist nur ein Auto.
Baby, es ist nur ein Auto.
Schatje, het is maar een auto.Darty! Es ist nur ein Auto.
Darty, het is maar een auto.Das ist nur ein Auto.
Het is maar een auto.Okay, es ist nur ein Auto.
Okee, het is maar een auto.aber es ist nur ein Auto.
Komm schon, mein Freund. Kopf hoch. Es ist nur ein Auto.
Kop op, het is maar een auto.Sie ist nicht nur ein Auto.
Das ist nicht nur ein Auto. Das ist eine bleifreie Liebesmaschine.
Dit is niet zomaar 'n auto, dit is Eigentlich wollte ich nur ein Auto.
Eigenlijk wilde ik alleen maar de auto.Wir haben nur ein Auto und das ernährt uns.
We hebben maar één auto en het is onze broodwinning.Es war nur ein Auto hier.
Er stond maar één auto op de dijk.Wollen wir nur ein Auto nehmen?
Zullen we met één auto gaan?Sie brauchen nur ein Auto.
Ze hebben enkel een auto nodig.Wir haben nur ein Auto, das er nicht teilen muss.
Maar we hebben één auto en hij hoeft hem niet te delen, hij deelt niks.Nichts… ich will nur ein Auto loswerden, Chick.
Niets. Ik wil gewoon van een auto afraken, Chick.Nichts, ich… Ich will nur ein Auto loswerden, Chick.
Ik wil gewoon van een auto afraken, Chick. Niets.Das war nur ein Auto.
Dat is maar één auto.Sie brauchen nur ein Auto.
Ze hebben alleen maar een auto nodig.Du musst nur ein Auto fahren, Walker.
Je hoeft alleen maar auto te rijden, Walker.
