PANIK - vertaling in Nederlands

paniek
panik
sorge
angst
panisch
beunruhigung
panic
flipp
bang
angst
besorgt
ängstlich
fürchten
sorge
nervös
schiss
leider
furcht
feige
panikeren
panik
ausflippen
paniekaanval
panikattacke
panikanfall
panik
angstanfall
angstattacke
hustenanfall
panikangriff

Voorbeelden van het gebruik van Panik in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Er war unruhig und in Panik.
Hij was zenuwachtig en in paniek.
Nein, Panik wäre jetzt das Schlimmste.
Nee, het ergste wat we kunnen doen is panikeren.
Keine Panik, Schatz.
Schat, wees nu niet bang.
Denn Sie waren gar nicht in Panik.
U was helemaal niet in paniek.
Nur keine Panik. OK.
Goed, niet panikeren.
Du schiebst ständig Panik, Kat.
Je bent bijna doorlopend bang, Kat.
Ich war verloren und in Panik.
Ik was verloren, in paniek.
Sie wollen keine Panik auslösen.
Ze willen mensen niet bang maken.
Wir geraten nicht in Panik.
We raken niet in paniek.
Dein Gesicht macht mir Panik.
Jij maakt me bang.
Aber verfallt nicht in Panik.
Maar raak niet in paniek.
Ich hatte solche Panik.
Ik was zo bang.
Ich bin wohl in Panik geraten.
Ik denk dat ik in paniek raakte.
ich kriege langsam Panik.
maar ik word bang.
Wir sind nicht in Panik.
We zijn niet in paniek.
Und ich… Ich hatte solche Panik.
En… ik was… Ik was zo bang.
Keine Panik, wir sind Reptools und Dinotrux.
We zijn Reptools en Dinotrux. Geen paniek.
Ja, und ich habe überhaupt keine Panik.
Ja, en ik ben absoluut niet bang.
Aber ich verfalle nicht in Panik.
Maar ik raak niet in paniek.
Mein Vater war in Panik.
Mijn vader leek in paniek.
Uitslagen: 2624, Tijd: 0.0618

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands