PFEIFEN - vertaling in Nederlands

• fluiten
• roep
• pijpen
• fluitjes
• orgelpijpen
• fluit
• fluitje
• gefluit
• fluitend
• pijpjes

Voorbeelden van het gebruik van Pfeifen in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Ich kann nicht pfeifen.
Ik kan niet fluiten.

Zu den Kirschen pfeifen, die Beere anstarren,
Fluitend naar de kersen, lonkend met de bes,

Sie pfeifen bloß die Leute an.
Jij fluit alleen maar.

Jedes Spielzeug hat zwei Pfeifen zum Aufblasen.
Elk speelgoed heeft twee pijpen om op te blazen.

Behalten Sie sie immer um. Pfeifen.
Fluitjes. Hou ze altijd bij je.

Sein Herr konnte sie nur durch fortwährendes Pfeifen beschwichtigen.
Zijn meester kon hem alleen door een aanhoudend gefluit tot bedaren brengen.

Pfeifen Sie Ihre Typen zurück, oder es wird wirklich hart.
Roep je pestkoppen terug, of er gaat iemand echt gewond raken.

Darüber hinaus hat jeder seine eigene einzigartige Delphin pfeifen.
Daarnaast heeft elke dolfijn heeft zijn eigen unieke fluitje.

Ich wünschte, ich könnte so pfeifen wie du.
Ik wou dat ik kon fluiten zoals jij.

Pfeifen Sie gern?
Fluit je graag?

Besitzt gedeckte Pfeifen von normaler oder weiter Mensur.
Heeft gedekte pijpen van normale of wijde mensuur.

Und zwei Pfeifen.
En twee fluitjes.

So machte Huck Pfeifen und füllte sie.
Huck maakte pijpjes en stopte die.

Und ihr Gebet bei Al-bait war nichts anderes als Pfeifen und Klatschen.
En hun gebed in het huis des Heeren is geen ander dan gefluit en handgeklap.

Oh, das ist nur mein… Pfeifen.
Oh, ik ben het maar… fluitend.

Pfeifen Sie Ihre Klone zurück!
Roep je klonen terug,!

Früher konnte ich gut pfeifen.
Vroeger kon ik prima fluiten.

Welchen Choral pfeifen Sie?
Welke lofzang fluit u daar?

Das ist das Pfeifen für das Seil.
Dat is het fluitje voor het touw.

Feuerzeuge, Pfeifen, Streichhölzer.
Aanstekers, pijpen, lucifers.