Voorbeelden van het gebruik van Fluiten in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
de vogels fluiten.
En niet fluiten in de lift.
Hij is niet erg goed in fluiten, maar hij doet de andere dingen.
Meer fluiten, meer violen.
Ik wou dat ik kon fluiten zoals jij.
En als de politie dat hoort… denken ze dat de vogeltjes fluiten.
de vogels fluiten.
Blijf fluiten. De sneeuw maakt het pad zichtbaar!
Hij is niet echt goed in fluiten, maar hij doe die andere dingen.
De eerste muziekinstrumenten waren fluiten, gemaakt van menselijke beenderen.
Want in het paradijs zal deze vogel eeuwig fluiten.
Vroeger kon ik prima fluiten.
Ze fluiten.
Als je iets anders nodig hebt, gewoon fluiten.
Ik hoor je neus fluiten.
Sinfonietta(Divertimento Flautistico), voor 5 fluiten, op.
Hij kan niet eens fluiten.
vogels 's nachts fluiten.
Ik hoor paarden galopperen En duiven fluiten.
Gewoon voor hem fluiten.