PROGRAMMIERER - vertaling in Nederlands

• programmeur
• computerprogrammeur
• programmer
• codeurs
• codeerders
• coders
• programmeurs
• programmeerders
• softwareontwikkelaar

Voorbeelden van het gebruik van Programmierer in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Ich bin Programmierer.
Ik ben een computerprogrammeur.

Ingenieure, Programmierer, Praktiker, die einen umfassenden Systemcheck machen.
Ingenieurs, programmeurs, bouwers, die de systemen checken.

Jan Strook, niederländischer Programmierer.
Jan Strook. Nederlandse programmeur.

Ich bin Programmierer!
Ik ben computerprogrammeur!

Sie ist die Unebenheit. Meine Programmierer tun alles.
M'n programmeurs zijn druk bezig met zaken voor je metgezel.

Ständig, ich bin Programmierer.
Constant, ik ben programmeur.

Unsere Programmierer können den Prozess bestenfalls verlangsamen.
De programmeurs kunnen de regulateur hooguit vertragen.

Ein Freund von mir ist Programmierer.
Een vriend van me is programmeur.

Programmierer sind heute wie Kinder.
De programmeurs tegenwoordig zijn net kinderen.

Ich bin Programmierer.
Ik ben een programmeur.

Programmierer haben solche Reihen auf dem Computer.
De meeste programmeurs hebben dit in hun computer.

Ich habe max kaplan gesehen, den programmierer.
Ik heb max kaplan gezien, de programmeur.

Wie Programmierer sagen: Müll rein, Müll raus.
Programmeurs hebben 'n gezegde: Troep erin, troep eruit.

Computer Programmierer.
een computer programmeur.

Ihr braucht also keine Programmierer, sondern Kodierungsknechte?
Je hebt dus geen programmeurs, maar codeurs nodig?

Anscheinend ist er Programmierer.
Blijkbaar is hij een programmeur.

Befangene Programmierer, befangene Zahlen.
Bevooroordeelde programmeurs en getallen.

Ich habe den Programmierer.
Ik heb die programmeur.

Warum? Ihre Programmierer versuchen, die Kernschmelzen zu verhindern?
Jullie programmeurs proberen de meltdown tegen te houden.- Hoezo niet?

Aber ich bin nur der Programmierer.
Ik ben maar een programmeur.