RUHM - vertaling in Nederlands

roem
ruhm
berühmtheit
berühmt
ehre
glorie
ruhm
herrlichkeit
pracht
ehre
glanz
ruhmreicher
bekendheid
bekanntheit
bekannt
ruhm
vertrautheit
bekanntheitsgrad
prominenz
berühmtheit
kenntnis
bewusstsein
öffentlichkeit
eer
ehre
ruhm
honor
privileg
verdienst
lob
lorbeeren
beroemdheid
berühmtheit
promi
star
ruhm
berühmt
prominenten
celebrity
prominenz
faam
ruhm
ruf
ansehen
bekanntheit
berühmt
bekannt
heerlijkheid
herrlichkeit
herrschaft
ehre
ruhm
köstlichkeit
verherrlichung
glorie
lehen
rittergut
beroemd
berühmt
bekannt
berühmtheit
ruhm
promi
prominent
weltberühmt
overwinning
sieg
erfolg
triumph
gewinn
überwindung
eroberung
ruhm
wahlsieg
glory
ruhm
sterrendom

Voorbeelden van het gebruik van Ruhm in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Ruhm ist kompliziert.
Beroemd zijn is ingewikkeld.
Warum haben Sie nicht den Ruhm für High-Star eingesteckt?
Waarom hebt u de eer niet genomen voor High Star?
Mein Ruhm wird wachsen.
Mijn bekendheid zal groeien.
Von ihnen die Gelegenheit wünschen; das, worin sie Ruhm.
Van hen die gelegenheid wenst; datgene waarin zij de heerlijkheid.
Und Gold repräsentiert den Ruhm.
En goud vertegenwoordigd glorie.
Cantovios, werden dir die Götter Ruhm verleihen!
En de Goden zullen je roem verlenen!
Dann, Fonsi Ruhm erreicht hatte Europa,
Dan, Fonsi faam had Europa bereikt,
Der Ruhm Schtraussa wieder erhebt sich heftig.
Beroemdheid Shtrausa opnieuw accuraat zwelt.
Wir kriegen Ruhm, Geld… und Bräute!
Dan worden we beroemd, krijgen veel geld!
Ruhm den Helden!
Eer aan de helden!
Ohne Geld und Ruhm der Eltern hätte sie nie eine Galerie gefunden.
Zonder moeders bekendheid en vaders relaties… zou ze nooit een galerij hebben gevonden.
Lucifer wird uns zu Ruhm führen.
Lucifer zal ons naar de overwinning leiden.
Carmen hayes geht weiß bei ein ruhm loch.
Carmen hayes gaat blank bij een heerlijkheid gat.
Er verdient… Medaillen und Ruhm.
Hij verdiende… medailles en roem.
Ich sah nur den Ruhm.
Ik zag alleen glorie.
Treffen diese Wochen Ruhm Schlitz Barbie 00:00.
Ontmoet deze weken glory gleuf barbie 00:00.
Von gewann zuerst Ruhm während seiner Studienzeit auf Verkehrsregeln: Maximalgeschwindigkeit Tour.
Von eerst faam verworven tijdens zijn studententijd op verkeersregels: Maximale snelheid Tour.
Ruhm ist eine ganze eigene Art von Gefängnis.
Beroemdheid is z'n eigen soort gevangenis.
Nur Ruhm ist noch wichtiger als Reichtum!
Alleen beroemd zijn is nog belangrijker dan rijk zijn!
Warum haben Sie nicht den Ruhm für High-Star eingesteckt?
Waarom nam je de eer niet voor High Star?
Uitslagen: 1579, Tijd: 0.0627

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands