SCHAUSPIELERN - vertaling in Nederlands

acteren
schauspielerei
schauspielern
spielen
handeln
wirkenden
theater
schauspielkunst
acting
schauspielunterricht
schauspielerischen
acteurs
schauspieler
darsteller
hauptdarsteller
filmschauspieler
theaterschauspieler
schauspielkollege
toneelspelen
schauspielern
theater spielen
theaterspielen
theaterstücke
doen
tun
machen
unternehmen
erledigen
antun
schaffen
anstellen
haben
lassen
spielen
acteert
schauspielerei
schauspielern
spielen
handeln
wirkenden
theater
schauspielkunst
acting
schauspielunterricht
schauspielerischen
acteerwerk
schauspielerei
schauspiel
schauspielerischen
schauspielkunst
spielt
auftritten
rollen

Voorbeelden van het gebruik van Schauspielern in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Ich habe das in der Armee gesehen- viele Menschen hatten Spaß beim Schauspielern.
Ik zag dit in het leger-- vele mensen genoten van het toneelspelen.
Die Besetzung besteht hauptsächlich aus jungen Schauspielern.
De cast bestaat voornamelijk uit jonge acteurs.
Sie wollen schauspielern.
Ze willen acteren.
Polizisten anstelle von professionellen Schauspielern.
politieagenten in plaats van professionele acteurs.
Du bist nicht der Einzige, der schauspielern kann.
Jij bent niet de enige in dit gezin die kan acteren.
Ich sagte: Ich verstehe nichts von Schauspielern.
Ik zei:'Ik weet niets van acteurs.
Hobie Doyle kann nicht schauspielern.
Hobie Doyle kan niet acteren.
Ich wollte nicht mit anderen Schauspielern arbeiten oder Szenen studieren.
Ik wilde niet met andere acteurs werken of scènestudies doen.
Du kannst nicht schauspielern.
Jij kunt echt niet acteren.
Angefangen bei den Schauspielern.
Te beginnen met de acteurs.
Ich meine, du kannst gut schauspielern.
Ik bedoelde alleen dat je goed kunt acteren.
Mit einer Geschichte und Schauspielern.
Met een verhaal en acteurs.
Singen ist schauspielern.
Zingen is acteren.
Hinter den Kulissen zu sein, unter Akrobaten, Schauspielern, Zauberkünstlern.
Om backstage te zijn, omgeven door acrobaten, acteurs, goochelaars… werkte verdovend.
So gut kann ich nicht schauspielern.
Zo goed kan ik niet acteren.
Deshalb traust du Schauspielern nicht.
Daarom vertrouw je geen acteurs.
So gut kannst du nicht schauspielern.
Zo goed kun je niet acteren.
Mit einem großen Regisseur und namhaften Schauspielern.
Met een groot regisseur en befaamde acteurs.
Jetzt musst du zeigen, wie gut du schauspielern kannst.
Nu moet je laten zien hoe goed je kunt acteren.
Die Anwesenheit von Prostituierten, Schauspielern.
Geen hoeren, acteurs.
Uitslagen: 323, Tijd: 0.0858

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands