SEIN ASSISTENT - vertaling in Nederlands

zijn assistent
sein assistent
seine assistentin
sein gehilfe
sein berater
seinem stellvertreter
sein adjutant
seine hilfskraft
zijn rechterhand
seine rechte hand
sein stellvertreter
sein assistent
z'n assistent
sein assistent
seine assistentin
sein gehilfe
sein berater
seinem stellvertreter
sein adjutant
seine hilfskraft
zijn promovendus

Voorbeelden van het gebruik van Sein assistent in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Ich werde sein Assistent sein..
Ik word z'n assistent.
Ja. Und ich bin sein Assistent.
Ja, ik ben zijn assistent.
Ich bin sein Assistent.
Ik ben z'n assistent.
Madame Monti war sein Assistent.
Mevrouw Monti was zijn assistent.
Es klang persönlich und dringend, aber sein Assistent ging nicht ins Detail.
Het klonk persoonlijk en dringend, maar z'n assistent zei er niets over.
Sein Freund starb, sein Assistent auch.
Zijn vriend is dood en zijn assistent ook.
Sein Handy ist aus, sein Assistent geht auch nicht ran.
Z'n mobiel staat uit en z'n assistent neemt niet op.
ES geschah, bevor ich sein Assistent wurde.
Het gebeurde alvorens ik zijn assistent werd.
Alberto Mendoza, Ingenieur und sein Assistent.
Alberto Mendoza, ingenieur en z'n assistent.
Schau mal, was sein Assistent bekommen hat.
Kijk eens wat zijn assistent verdiend.
Sie warteten auf die Taube, als sein Assistent rauskam und sagte.
Ze wachtten nog op de duif toen z'n assistent zei.
Ich werde sein Assistent sein..
Lk word z'n assistent.
Unterrichtet. Ich bin sein Assistent.
Geeft hij college aan eerstejaars? Ik ben z'n assistent.
Und ich bin sein Assistent.
Ik ben z'n assistent.
Ich war sein Assistent.
Ich dachte, Darius war sein Assistent?
Ik dacht dat Darius z'n assistent was.
Ich bin sein Assistent.
Ik ben z'n rechterhand.
Sie sind sein Assistent, er hat Sie doch sicher eingeweiht.
Jij bent zijn assistent, hij vertelt je toch wel iets.
Bist du sein Assistent oder?
Ben jij z'n assistent?
Bestimmt sein Assistent.
Zijn assistent?
Uitslagen: 127, Tijd: 0.0392

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands