SKEPTISCH - vertaling in Nederlands

• sceptisch
• skeptisch
• scepsis
• wantrouwig
• scepticus
• sceptische
• sceptischer
• agnostisch

Voorbeelden van het gebruik van Skeptisch in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Warum kaufst du ihn, wenn du skeptisch warst…?
Waarom kopen als je sceptisch was?

Ich bin skeptisch.
Ik ben sceptisch.

machen uns sehr skeptisch.
stemmen ons erg sceptisch.

war ich sehr skeptisch.
was ik erg sceptisch.

Wir sind sehr skeptisch, wie Sie eben gehört haben.
Wij zijn daar uiterst sceptisch over, zoals u zojuist heeft gehoord.

sind wir sehr skeptisch.
dus we zijn erg sceptisch.

Ich bin bei solchen Dingen skeptisch, aber.
Ik ben nogal sceptisch over die dingen, maar.

Die Formulierungen in diesem Bericht lassen mich trotzdem skeptisch werden.
Toch sta ik sceptisch tegenover de formuleringen in dit verslag.

Erst war ich skeptisch, aber innerhalb dieser Mauern sind wir vom Schrecken der Außenwelt befreit.
Ik had eerst ook m'n twijfels, maar binnen deze muren zijn we veilig.

Viele werden sehr skeptisch gegenüber meinen Auslassungen sein.
Velen zullen zeer sceptisch staan tegenover deze uitlating.

Ich bin da skeptisch, aber wir werden ja sehen….
Ik ben er sceptisch over, maar we merken het vanzelf.

Du bist skeptisch, Becky optimistisch, du drohst.
Jij bent dreigend. Jij twijfelt, Becky is optimistisch.

Bei ein paar Dingen bin ich skeptisch. -Ja?
Over sommige dingen twijfel ik. -Ja?

Aber ehrlich gesagt sind sie skeptisch, ob Sie tatsächlich Profit machen können.
Maar… eerlijk gezegd betwijfelen ze of jullie in staat zijn om genoeg winst te maken.

Anfangs waren sie skeptisch, doch langsam gewann ich ihr Vertrauen.
Ze waren achterdochtig, maar langzaam won ik hun vertrouwen.

Doch ich bin skeptisch, was diesen Terminus angeht.
Ik ben nogal sceptisch over die term.

Viele waren skeptisch, mit den Bluthexen einen Waffenstillstand zu besprechen.
Velen waren sceptisch over met Bloedheksen een wapenstilstand bespreken.

Ich bleibe jedoch skeptisch.
Maar ik ben nog niet overtuigd.

Er ist skeptisch.
Hij is achterdochtig.

Sie hatten Ihre Gründe, skeptisch zu sein.
Je had je redenen om sceptisch te zijn.