Voorbeelden van het gebruik van Staub in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Staub, Boss. Er ist der schlimmste Feind einer Tastatur.
Staub ist Sand.
Stof is zand.Staub ist Erde, Fatma.
Stof is aarde, Fatma.Staub und Schatten, Maximus.
Schaduwen en stof, Maximus.Krieg ist Staub, Rauch, Verwüstung, zerborstene Fenster und Blut.
Oorlog is stof, rook, verwoesting… kapotte ramen en bloed.Da ist kein Staub auf dem Tisch.
Er ligt geen stof op je tafel.In meiner Welt nennen wir es Staub.
In mijn wereld noemen we het Stof.Er ist Staub.
Hij is stof.Ich kehre nicht zu Staub und Schatten zurück.
Ik ga niet terug naar stof en schaduwen.Und Staub.
En Stof.Wir Sterblichen sind Staub und Schatten.
Wij sterfelijken zijn schaduwen en stof.Staub und Schatten!
Schaduwen en stof.Ich habe meinen ganzen Staub aufgebraucht.
Ik heb al m'n stof opgebruikt.Aber es ist nicht der Staub.
Maar het is het stof niet.Amelia. Es ist Staub.
Amelia! Het is stof.Wir Sterblichen sind Staub und Schatten.
Wij sterfelijke zijn schaduwen en stof.Henry sagt, Eileen ist zu Staub zerfallen.
Henry zei, dat Eileen tot stof vergaan was.Ich liebe Museen und Staub und alte Tore.
Ik hou van musea en stof en oude poorten.Es wird verschwinden wie umherfliegender Staub und sich verziehender Rauch.
Het zal in het niets oplossen als stof, of als een rookwolkje.Sie sind Staub.
Ze zijn stof.
