TRIEB - vertaling in Nederlands

dreef
treiben
schwimmen
fahren
schweben
driften
bringen
float
zum viehtrieb
deed
tun
machen
unternehmen
erledigen
antun
schaffen
anstellen
haben
lassen
spielen
maakte
machen
erstellen
werden
bauen
schaffen
reparieren
bringen
tun
haben
treffen
drang
verlangen
bedürfnis
trieb
wunsch
zwang
impuls
ging
gehen
werden
fahren
wollen
machen
kommen
laufen
fliegen
jetzt
verschwinden
driften
treiben
trieb
pushte
drängen
antreiben
druck machen
verjoeg
spruit
sprießen
spross
sprössling
trieb
gedreven
treiben
schwimmen
fahren
schweben
driften
bringen
float
zum viehtrieb

Voorbeelden van het gebruik van Trieb in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Und deswegen trieb ich es am Hilltop von der Infektion zur Auslöschung.
Daarom ging ik van infectie naar uitroeiing op de Hilltop.
Die Leidenschaft trieb sie dazu.
Hartstocht dreef haar daartoe.
Ich trieb meinen Mann zum Jurastudium.
Ik pushte m'n man om te gaan studeren.
Bevor er ihn in den Wahnsinn trieb.
Voor de Ring hem gek maakte.
Haben Sie je dem Trieb oder Impuls, aggressiv zu werden, nachgegeben?
Heb je ooit toegegeven aan een agressieve drang of impuls?
St. Patrick trieb die Schlangen aus Irland.
St. Patrick verjoeg de slangen.
Vielleicht trieb er es ja mit Cheeto-Chips.
Misschien deed hij het met Cheetos.
Mein Papa trieb es immer auf die Spitze.
M'n vader ging altijd tot het uiterste.
Sie trieb gerade eine Rinderherde durchs Never-Never-Land!
Ze dreef zojuist een kudde vee door de Never-Never!
Mein Vater trieb jeden an.
Mijn vader pushte iedereen.
Dir. Die Nachricht ihres Todes trieb meinen Vater in den Wahnsinn.
Jij. Het nieuws van haar dood maakte mijn vader krankzinnig.
Das Hauptziel ist Trieb Ihre Gegner mit Farbe.
Het belangrijkste doel is spruit uw tegenstanders met verf.
Ein nordöstlicher Wind trieb die letzten Touristen von der Insel.
Een noordoostenwind verjoeg de laatste toeristen van 't eiland.
Was Nowak da auch trieb, hatte nichts mit Bau zu tun.
Wat Nowak daar ook deed, hij was niet aan het bouwen.
Das Mädchen trieb meine Tochter fast in den Selbstmord.
Die griet dreef mijn dochter tot een zelfmoordpoging.
Die Weltwirtschaftskrise 1929 trieb deinen Vater in den Ruin.
Je vader ging failliet in 1929.
ihn jemand absichtlich in den Wahnsinn trieb?
iemand hem met opzet gek maakte?
Dr. Fowler. Er trieb es mit meiner Frau.
Hij deed 't met mijn vrouw, Dr. Fowler.
Deine Gewalt… trieb sie in den Tod.
Jouw geweld, dreef haar naar haar dood.
Sie aß Sushi, trieb wohl täglich Sport.
Sushi, het feit dat ze elke dag naar de sportschool ging.
Uitslagen: 289, Tijd: 0.1888

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands