Voorbeelden van het gebruik van Ging in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Cheng ging zuidwaarts op de 110.
Hoe ging het met Kevin Sullivan?
Dat ging goed, het was heel grappig.
Zeg me, waarom ging George zo gehaast
Waar ging dit heen?
Ik ging hem van alles leren. Maar… Maar.
Jake ging met Billy Russo om.
Mijn broer ging eerst bij het Verbond.
Het ging toch goed?
De trein ging pas over 'n uur.
Hij ging iedere donderdag naar de gym.
Hij ging zeven jaar geleden over naar de CIA.
Wie niet ging staan, had naar verluidt geen hoop.
Ik ging naar het wervingskantoor, naar sergeant lvey.
Waar ging die heen?
Hij ging naar Constantinopel.
Hij ging experimenteren.
Toen ging ze bij een racistische drugs-motorbende.
Uw dochter ging met Katarina naar Disneyland.
Het ging zo goed aan het begin van het seizoen.