STARB - vertaling in Nederlands

stierf
sterben
tod
tot
draufgehen
verrecken
overleed
tod
sterben
todesfall
ableben
tot
mortalität
dahinscheiden
dood
tot
tod
sterben
töten
umbringen
doodging
sterben
tod
tot
überleb's nicht
gestorven
sterben
tod
tot
draufgehen
verrecken
overleden
tod
sterben
todesfall
ableben
tot
mortalität
dahinscheiden
sterven
sterben
tod
tot
draufgehen
verrecken
sterft
sterben
tod
tot
draufgehen
verrecken
overlijdt
tod
sterben
todesfall
ableben
tot
mortalität
dahinscheiden
overlijden
tod
sterben
todesfall
ableben
tot
mortalität
dahinscheiden

Voorbeelden van het gebruik van Starb in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
In dem Beben starb meine Frau.
Mijn vrouw stierf tijdens die aardbeving.
Als sie starb, hatte Marjorie Lin keine Veneers. Bingo.
Toen ze overleed, had Marjorie Lin geen veneers. Bingo.
Und dieser Brand… Dagný starb, und du kamst ins Gefängnis.
Dagný dood en jij in de gevangenis.
Und als er starb, hättest du übernehmen können.
Toen hij doodging, kon jij het overnemen.
Seit Melissa starb, bin ich allein.
Sinds Melissa is gestorven, ben ik alleen geweest.
Das war nicht, weil Marco in den 90ern starb.
Omdat Marco is overleden in de jaren 90?
Er starb im Krieg. Mein Sohn.
Mijn zoon. Hij is omgekomen in de oorlog.
Robert starb nicht durch einen Zauber.
Robert werd niet gedood door een spreuk.
Ich starb auf einem Volksfest, Hank.
Ik stierf op een kermis, Hank.
Dad starb an einem Sonntag, Mum an einem Dienstag.
M'n vader overleed op een zondag en m'n moeder op een dinsdag.
Nachdem unser Sohn starb, wollte sie andere Kinder retten.
Na de dood van onze zoon wilde ze andere kinderen redden.
Sie war drei Wochen hier, ehe sie starb.
Ze was hier drie weken voordat ze doodging.
Seine Frau starb an der spanischen Grippe.
Z'n vrouw is gestorven aan de Spaanse griep.
Sie sahen zu, wie er starb und schossen auf ihn.
Ze zagen hem sterven en toen schoten ze op hem.
Emily Anne Chase, starb 2003, Selbstmord.
Emily Anne Chase, overleden in 2003, zelfmoord.
Dave starb in Arguellos Kirche.
Dave werd gedood in Arguello's kerk.
Was? Er starb bei demselben Unfall wie du?
Hij stierf bij hetzelfde ongeval als jij. Wat?
Deine Freundin Raychelle starb, weil sie ihn aufhalten wollte.
Je vriendin Raychelle is omgekomen toen ze hem wilde tegenhouden.
Als sein Vater starb, kümmerte ich mich um ihn.
Toen z'n vader overleed, zorgde ik voor hem.
Seit meine Mutter Inés starb, trage ich diese Maske.
Sinds de dood van m'n moeder Inés draag ik dat masker.
Uitslagen: 19585, Tijd: 0.0441

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands